In het nieuwe pensioencontract is voor jongeren het glas halfvol
Lees hier deel 1: Pakt het nieuwe pensioencontract slecht uit voor jonge deelnemers?
Lees hier deel 3: Voorkom ellende in het nieuwe pensioencontract door risicofactorallocatie
In het nieuwe pensioenstelsel delen jongeren mee in de garantstelling voor ouderen. Jongeren staan garant voor het beschermingsrendement dat voornamelijk aan ouderen wordt uitgekeerd. Dit kan het resultaat van jongeren negatief beïnvloeden, maar bij een prudent beleggingsbeleid, waarbij de rente op een goede manier wordt afgedekt, zijn jongeren juist spekkoper, zo rekenen Marcel Kruse en Geert Jan Kremer.
In het nieuwe pensioencontract, dat hoogst waarschijnlijk op 1 januari 2022 in werking treedt, is een knappe balans gevonden tussen individu en collectief. Zo kunnen jongeren straks offensiever pensioenbeleggen, waardoor zij op de lange duur een beter resultaat behalen, maar tegelijkertijd is het collectiviteitsprincipe niet overboord gegooid. Binnen het collectieve systeem van beleggen zijn, als de rentestructuur daalt, de uitkeringen van ouderen grotendeels beschermd. Daarbij geldt: hoe hoger de leeftijd van een pensioendeelnemer, hoe groter de bescherming.
In de toekomstige praktijk komt het erop neer dat ouderen als eerste langs de kassa gaan om rendement op te halen. Vervolgens wordt het restant verdeeld. Dat pakt voor jongeren negatief uit als de matchingportefeuille minder heeft opgeleverd dan het vastgestelde beschermingsrendement. In dat geval betalen jongeren mee aan de pensioenen van ouderen. Dit probleem was er voorheen minder, doordat pensioenfondsen de ruimte hadden om te sturen met kortingen en indexatiebeleid. Pakt het nieuwe pensioencontract voor jonge pensioenspaarders inderdaad negatief uit? Een rekenexercitie, waarbij drie scenario’s worden doorgenomen, toont een ander beeld. Dat wil niet zeggen dat het nieuwe pensioensysteem voor jongeren altijd goed uitpakt.
Uitgangspunten rekenexercitie
Voor de berekening zijn ze uitgegaan van drie leeftijdscohorten: jong (gemiddeld 26 jaar), midden (gemiddeld 39 jaar) en oud (gemiddeld 54 jaar). Allen ontvangen een levenslang pensioen, voor het schatten van de rentegevoeligheid is het uitgangspunt dat deze gemiddeld op 80-jarige leeftijd wordt ontvangen.
Het toegezegde beschermingsrendement wordt, ongeacht of het is verdiend, uitgekeerd aan de leeftijdscohorten. Jong ontvangt geen beschermingsrendement (in het model dus 0% bescherming) en oud ontvangt veel bescherming (in dit voorbeeld gaan wij uit van 85%). Eerst wordt het beschermingsrendement afgetrokken van het rendement op de matchingportefeuille. Mocht dit rendement onvoldoende zijn, dan moet er worden bijgepast vanuit de returnportefeuilles van de deelnemers. Het rendement dat overblijft na het uitkeren van het beschermingsrendement wordt conform de verdelingssleutel toegekend aan de rechthebbenden.
Belangrijk is ook dat het spreadrendement van matchingbeleggingen volledig wordt toegekend aan de rechthebbenden van de returnportefeuille. Onafhankelijk of het beschermingsrendement is verdiend krijgen de rechthebbenden dit gegarandeerd bijgeschreven. In de berekening gaan we ervan uit dat jongeren voor 100% in aandelenbeleggen. Er wordt immers belegd volgens het lifecycleprincipe. Hoe jonger de deelnemer, hoe meer beleggingsrisico’s worden genomen.
Jongeren profiteren meestal
In het gebruikte basisscenario daalt de rentetermijnstructuur met 50 basispunten en de credit spread blijft gelijk. Aandelen genereren 10%. De opbrengst van de matchingportefeuille ligt keurig in lijn met de verplichtingen. De matchingportefeuille kent geen spreadimpact. Voor jongeren pakt dit scenario goed uit. Naast het rendement van 10% op hun aandelen ontvangen zij ook deel van het couponrendement bovenop de DNB rentetermijnstructuur. In plaats van 10% verdienen zij volgens ons rekenvoorbeeld 11,2%. Het laat zien dat (los van het kostenvoordeel) een collectieve aanpak rendabeler is dan werken met individuele portefeuilles. Zij nemen namelijk risico op zich waarvoor zij structureel beloond worden.
In scenario twee daalt de rentetermijnstructuur eveneens met 50 basispunten en genereren aandelen 10% rendement. Ook het beschermingsrendement wordt gehaald. Het verschil met het basisscenario is dat in scenario twee de creditspread daalt. De opbrengst van de matchingportefeuille is daarom groter dan in het basisscenario. Deze wordt verdeeld onder alle deelnemers naar rato van hun deelname daarin. In dit geval bedraagt de opbrengst voor jongeren niet 11,2% maar 15,3%. De garantstelling voor ouderen heeft in dit geval een extra positieve kant voor de jongeren. Ook de ouderen delen mee, het is niet alleen ‘feest’ voor de jongeren.
Ten slotte is er ook een derde scenario te bedenken waarbij jongeren wel degelijk de rekening betalen. In dit derde door ons door gerekende scenario daalt de rentetermijnstructuur ook met 50 basispunten, maar blijft de credit spread ongewijzigd. Aandelen genereren net zoals in de voorgaande scenario’s 10% rendement, maar helaas heeft het pensioenfonds de rente onvoldoende afgedekt. Hierdoor wordt het beschermingsrendement niet gehaald. Terwijl jongeren een positief resultaat van 10% hebben behaald, eindigen zij desondanks met een verlies van 4,5%.
In onderstaande tabel staan de resultaten samengevat.
Scenario 1 RTS -50 bp |
Scenario 2 RTS -50 bp, credit spread -50 bp |
Scenario 3 RTS -50 bp, onvolledige hedge |
|
Rendement Pensioenfonds | 13,3% | 14,5% | 8,6% |
Rendement cohort: jong | 11,2% | 15,3% | -4,5% |
Rendement cohort: Midden | 12,4% | 14,9% | 3,0% |
Rendement cohort: oud | 13,7% | 14,3% | 11,4% |
Als het renterisico maar goed is afgedekt
Wat vertellen de rekenuitkomsten? Voor jongeren is het glas eerder halfvol dan halfleeg. Alleen wijzen op de nadelen van het nieuwe stelsel is niet het juiste verhaal. Dat verhaal is ook dat jongeren meer tijd hebben om jaren met zwakke rendementen goed te maken. Dat zij daarbij meer risico kunnen nemen, verbetert het uiteindelijke resultaat. Die mogelijkheid hebben ouderen veel minder. In die zin is de gekozen garantstelling rechtvaardig.
Jongeren hebben weinig vermogen opgebouwd, dus veel van het extra risico komt bij hen terecht. Dat kan verkeerd uitpakken als het beschermingsrendement niet wordt gehaald. Maar gaat het wel goed, waarbij de matchingportefeuille meer rendement opbrengt dan het beschermingsrendement, dan is het resultaat voor jongeren juist extra gunstig.
Belangrijk is dat het renterisico goed is afgedekt. Is dat niet het geval, dan pakt een dalende rente voor jongeren extra slecht uit. In het nieuwe pensioensysteem is het renterisico beter te hedgen dan in het oude stelsel omdat het renterisico expliciet gemaakt is door het beschermingsrendement.
Als de rentedekking niet wordt ingevuld met negatief rentende swaps, maar wordt gekozen voor beter renderende leningen, dan kan de opbrengst van de matchingportefeuille worden verbeterd, zodat het beschermingsrendement kan worden overtroffen. Dat is in het belang van jongeren.
Pensioenfondsbestuurders, communiceer nog beter!
Onze oproep aan pensioenfondsbestuurders: breng de renterisico’s goed in kaart. De boodschap is ook dat zij moeten waarmaken wat zij beloven. Lukt dat niet, dan zal dat goed moeten worden uitgelegd. Juist door de transparantie van het huidige stelsel is duidelijke en heldere communicatie alleen maar belangrijker geworden.
Jongeren moeten weten dat er in het nieuwe stelsel een garantstelling bestaat van de jongeren naar de ouderen. Dat moet voor hen helder zijn. Positief is dat zij bij overrendement binnen de matchingportefeuille meer ontvangen dat hun eigen portefeuille heeft opgeleverd. Dat is dubbele winst, geen reden tot klagen.
De aannames bij de gemaakte berekening
- Drie leeftijdscohorten: jong (26 jaar), midden (39 jaar) en oud (54jaar)
- De waarde van de pensioenportefeuille per leeftijdscohort is opgebouwd met een aangroei van 3% per jaar en een jaarlijkse inleg van 1. Dit betekent dat cohort jong minder heeft opgebouwd dan de cohorten midden en oud
- Een gegarandeerd beschermingsrendement voor jong (0%), midden (40%) en oud (85%)
- Jong belegt 100% in aandelen, midden 60% en oud 15%, dit is gelijk aan (100% - gegarandeerde beschermingsrendement)
- Aandelen renderen 10%, credits hebben een coupon van 1%, swaps een couponrente van 0%
- De rentegevoeligheid van de credit component is 7 en de rentegevoeligheid van de matchingportefeuille is gelinked aan de rentegevoeligheid van het garandeerde beschermingsrendement.
- Er zijn drie scenario’s doorgerekend waarbij in alle drie de scenario’s aandelen met 10% stijgen en de rente met 50 basispunten daalt. Er is gekozen om in alle scenario’s dezelfde rentedaling toe te passen. Het gaat in dit artikel om de ouderen m.b.v. een beschermingsrendement te beschermen tegen een dalende rente. Vandaar dat we louter scenario’s bekijken met een dalende rente.
- De gebruikte scenario’s verschillen van elkaar doordat in het eerste en het laatste scenario de credit ongewijzigd blijft, maar in het derde scenario de rente afdekking onvolledig wordt uitgevoerd. In het tweede scenario wordt net zoals in het eerste scenario de rente afdekking volledig uitgevoerd, maar krijgt het tweede scenario ook te maken met een credit spread daling van 50 basispunten.
Explore more tags from this article
Over de Auteurs
Marcel Kruse
Geert-Jan Kremer
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.